Pers 2016

2016-1

  • “Het liegend konijn van Jozef Deleu, het tijdschrift dat uitsluitend nieuwe gedichten publiceert, heeft een ander gezicht gekregen. Die visuele verandering hangt met het feit dat het tijdschrift-in-boekvorm voortaan door uitgeverij Polis wordt verzorgd. Na dertien jaar licht samensteller (en enige redacteur) Jozef Deleu nog eens kort de belangrijkste principes van zijn blad toe: Het liegend konijn wil openstaan voor alle vormen van poëzie, maar publiceert uitsluitend nooit eerder in druk verschenen werk. Het enige criterium is kwaliteit (volgens de deskundige smaak van de redacteur), maar voor het overige komen jong en oud, traditioneel of hypermodern, kort of lang… allemaal aan het woord.
    Die veelzijdigheid is inderdaad merkbaar in het jongste volume, dat alweer meer dan 200 pagina’s omvat en niet minder dan 30 dichters aan het woord laat. Dat levert een enorme mix op, waaruit ik slechts enkele elementen kan lichten. Claude van de Berge, bijvoorbeeld, krijgt de kans om een aantal gedichten te publiceren die passen binnen wat men eertijds de ‘numineuze’ poëzie noemde. Het gaat om een reeks waarin de eindigheid op een abstracte maar tegelijk bijzonder lyrische toon wordt bezongen, als een proces van versmelting en eenheid, een opgaan in het grote Al. Dat contrasteert dan weer enorm met de verhaaltjes van Delphine Lecompte. Zij toont eens te meer hoe de realiteit in haar gedichten omgebouwd wordt tot een eigenzinnige fantasiewereld.
    De meeste dichters in deze bloemlezing positioneren zich ergens tussenin die uitersten. Opmerkelijk is wel hoe het gehalte aan realisme en anekdotiek de jongste jaren lijkt afgenomen, tenminste voor zover wij op deze (enigszins willekeurige) selectie mogen afgaan. De meeste dichters nemen weliswaar het concrete als vertrekpunt voor hun poëzie, maar mikken uitdrukkelijk op een soort van veralgemenende, vaak ook dieperliggende boodschap. Symbolen en waarheidsuitspraken zijn weer volop in. Tegelijk is er het besef dat dergelijke aspiraties in feite niet meer kunnen, wat resulteert in een vorm van fragmentering. In plaats van grote samenhangende verhalen en boodschappen komen vooral kleinere verhaaltjes, vol associaties en bokkensprongen. Dat resulteert in een bijzonder gevarieerd palet van uitstekende gedichten. Zelf heb ik onder meer de teksten aangestipt van Charlotte Van den Broeck, Ellen Deckwitz, Piet Gerbrandy, Lucas Hirsch en Ester Perquin. Daarnaast zijn er, zoals steeds, enkele debutanten die zich naast dat grote geweld daadwerkelijk overeind kunnen houden. Ditmaal vermeld ik beloftevolle teksten van Tina van Baren, Jan van Gompel en Sami Kalaï.
    Kortom, ook nu vindt de lezer weer tal van verschillende, maar vrijwel steeds waardevolle gedichten. Het liegend konijn is misschien geen gids op het vlak van de actuele poëzie (daarvoor ontbreken telkens weer wat namen), maar het blijft het beste tijdschrift op dat vlak: veel poëzie, weinig bladvulling.” (Dirk De Geest, Mappalibri, 8 juli 2016)
  • “Het Liegend Konijn heeft een nieuw nest gemaakt bij uitgeverij Polis. En er zit weer interessant pluis tussen. Maria Barnas roept beelden van toekomst en afkomst op, Charlotte van den Broeck maakt snedes in de dagen, Ellen Deckwitz associeert zich met de langpootmug, Peter Ghyssaert heeft oog voor berkenboompjes op een executieplaats, Joke van Leeuwen beschrijft een nadag en Thomas Möhlman verloor zijn sleutel onder de heldere sterrenhemel. Hou ook debutant Sami Kalaï in het oog.” (De Morgen, 18/05/2016)
  • “Het blad wil dé staalkaart blijven van de hedendaagse poëzie in de Lage Landen. Dat is gelukt. Je vindt ook dit keer een grote verscheidenheid aan dichters en poëtica’s. (…) Piet Gerbrandy heeft ‘Een sjamaan op de toendra’ afgestaan, prachtige regels staan erin: ‘liefde kent geen waarde zonder afscheid / smelten schenkt karakter aan het ijs.’ En: ‘Kernfusie is illusie van verliefdsten’. En: ‘Mijn thuis is waar jij mij ontbreken zult.’ ” (Meander, Hans Puper, 2016/5)
  • “Kijk, daar draait het in wezen om bij Deleu: de verwondering en daaruit voortkomend de nieuwsgierigheid. Waarmee volgens hem alle warme of koude aandacht voor de poëzie begint. Elk gepubliceerd gedicht heeft de samensteller warmte bezorgd. Hij bekommert zich echter niet of de lezer eenzelfde warmte voelt. Misschien bezorgt het gedicht hem koude. Dan is dit zo. Welbewust, vanaf het eerste nummer heeft Deleu gekozen voor publicatie zonder commentaar. Hij laat die aan de lezer over. Daarmee de lezer een zee van vrijheid gevend. (…) Elk nummer van Het Liegend Konijn is een kleurrijke waaier van onze hedendaagse poëzie. Met de aanschaf blijft u op de hoogte van de evolutie, wat zingt en blinkt, en hoe het ook draait of keert, ooit hebt u een gedicht nodig bij een kroonmoment in jouw leven of dat van een vriend, een vijand of een verwant. Dan is het handig recente poëzie bij de hand te hebben. En wat ook mooi meegenomen is: de grafische verzorging is optimaal.” (Parterre, Guido Lauwaert, 19/04/2016)
  • “Het poëzietijdschrift Het Liegend Konijn heeft gisteren het archief van zijn eerste dertien jaargangen geschonken aan het Antwerpse Letterenhuis. Het bevat onder meer de correspondentie van hoofdredacteur Jozef Deleu met de 315 dichters die al aan het blad meewerkten. Jozef Deleu: ‘Het geeft een beeld van de manier waarop het tijdschrift tot stand komt en het biedt een overzicht van de rijkdom en de diversiteit van onze hedendaagse poëzie’.” (De Standaard, 11/05/2016, p. D3)

2016-2

  • “Ook dit jongste nummer bulkt weer van de interessante en bovenal literair hoogstaande gedichten. Het is een raadsel hoe Deleu er telkens in slaagt om enkele dozijn dichters (in dit geval meer dan 30!) voor zijn blad te winnen. Of liever, het is geen raadsel: Het liegend konijn is er in zijn bestaan immers dermate in geslaagd om literair prestige te verzamelen dat ook de meeste gevestigde dichters het een eer vinden om hun werk naast dat van jonge debutanten te zien staan. (…) Persoonlijk reken ik deze aflevering zelfs tot de hoogtepunten van het tijdschrift. (…) Het liegend konijn is door dat alles niet enkel een monument, maar vooral een receptenboek om lezers aan het denken en het dromen te zetten.” (Mappalibri, Dirk De Geest, decembernummer 14)
  • “Ieder nummer bevat nieuw werk van een dertigtal dichters (beginnend tot gevestigd) en iedere bijdrage telt een substantieel aantal gedichten zodat de lezer een indruk krijgt van de bundel-in-wording van de betreffende auteur.” (Poëziekrant, Willem Thies, decembernummer p.95)
  • “Kwaliteit heeft geen verantwoording nodig. Zoals meestal, onthoudt stichter en hoofdredacteur Jozef Deleu zich dan ook van commentaar in het nieuwe nummer van het Vlaams literaire tijdschrift Het Liegend Konijn.” (De Morgen, 26/10/2016)
  • “… het tijdschrift waar iedere poëzieliefhebber naar uitziet, Het Liegend Konijn. (…) Ik ben extra nieuwsgierig naar de volgende aflevering.” (PZC – Provinciale Zeeuwse Courant, Mario Molegraaf in ‘Vanaf het terras’, 21/10/16)
  • “… de geur tussen de bladzijden is er een van de verleiding.” (Literair Nederland, Ingrid van der Graaf, 41/2016)
  • “Het mooie van Het Liegend Konijn is dat het je nieuwsgierig maakt naar nieuwe bundels. Neem Maarten van der Graaff. Na ‘Dood werk’ met zijn lijsten en klokgedichten heeft hij zijn werk weer vernieuwd en toch is hij direct herkenbaar.” (Meander, Hans Puper, 2016/9)
  • “Nooit vertelt de man waarom hij kiest voor de ene keutel en niet voor de andere. Het feit dat hij hem kiest, is voldoende om te weten dat de keutel behoort tot het soort dat bekoort wegens zijn schoonheid en smaak. Een delicatesse.” (Parterre, Guido Lauwaert, 05/10/2016)
  • “Er is een nieuw Liegend Konijn, het halfjaarlijkse boek met nieuwe gedichten uit Nederland en Vlaanderen – nooit eerder gepubliceerd – dat Jozef Deleu elk halfjaar samenstelt. Met op de achterkant altijd de zelfde, niet te overtreffen tekst van Paul van Ostaijen. Die eindigt met de regel: ‘De stropers met de lichtbak mogen gerust zijn. Het konijn leert slecht.’ Onverbeterlijk dat konijn.” (Avondlog, Wim Noordhoek, oktober 2016)