Pers 2003

2003-1

  • “Een aanrader voor elke poëzieliefhebber. De vormgeving van het tijdschrift is prachtig. […] Samenvattend kan ik stellen dat dit eerste exemplaar van Het Liegend Konijn zeker een aanschaf waard is. Het is een prachtig uitgegeven bundel met schitterende gedichten van goede poëten voor een prijs die alleszins redelijk is. Op naar de betere boekhandel dus, want een oplage van 2.000 exemplaren is snel uitverkocht. U kent immers het bekende gezegde: beter één konijn in de hand dan tien op de vlucht.” (Meander, 27 april 2003)
  • “De Vlaming mag inderdaad niet eindigen als een konijn voor een lichtbak, maar als lezer van Het Liegend Konijn van Jozef Deleu.” (Paul Van Grembergen, Minister van Cultuur, in zijn antwoord op een Parlementaire Vraag over de Openbare Oproep in Vlaanderen, 23 april 2003)
  • “Je moet het lef maar hebben, een poëzietijdschrift beginnen met alleen maar gedichten. Voor poëzieliefhebbers heeft Het Liegend Konijn veel te bieden. Maar ook voor de minder ervaren lezers biedt deze halfjaarlijkse bloemlezing een uitstekende gelegenheid om te zien welke dichters een nadere kennismaking waard zijn.” (De Volkskrant, 23 april 2003)
  • “Men vindt in Het Liegend Konijn gedichten en nog eens gedichten, en verder niets. Biografische informatie blijft beperkt tot de naam van de maker, diens bouwjaar en geboorteplaats, eventueel de mededeling: “is ook prozaïst” en de naam van zijn laatste verschenen dichtbundel. Zo simpel is het om een fonkelend poëzietijdschrift te maken, dat leest als een compleet nieuwe, dubbeldikke dichtbundel. Poëzie zoals poëzie bedoeld is,en anders niet.” (Utrechts Nieuwsblad, 22 april 2003)
  • “Het tijdschrift zal – traag als de inkt die erin is gestold – maar twee keer per jaar verschijnen. Onthaasting van gedachten en gevoel: het is een welkome verademing in deze tijden.” (Het Laatste Nieuws, 22 april 2003)
  • “Reden tot kinderlijk enthousiasme is er niet alleen voor de dichters, ook de poëzielezer mag in Het Liegend Konijn een aanwinst begroeten. […] Belangrijker is dat Het Liegend Konijn al meteen een dichter uit zijn pijp heeft gejaagd en zich voorneemt dat in de toekomst nog vaker te doen. Alleen al daarom is het, nu al, een onmisbaar blad.” (De Morgen, 9 april 2003)
  • “Met het blad wil Deleu de appetijt voor de dichtkunst scherpen. […] Alle aandacht gaat naar het met zorg gekozen woord.” (De Standaard, 3 april 2003)
  • “Een genot om in de hand te hebben dit tijdschrift, waar alleen instaat waar het om gaat: gedichten, van goede kwaliteit, met zorg uitgekozen. […] Verwondering en ontroering zijn bij uitstek de instrumenten die een dichter weet te hanteren. Het Liegend Konijn zal nog een poos met de verwondering mogen freewheelen en de lichtbakken voorlopig niet ontmoeten.” (Literair Nederland, april 2003)
  • “Onopgesmukt van vorm en innoverend qua intentie. […] Zonder te veel franjes en poespas kan de lezer genieten van nieuw werk van gevestigde poëten terwijl telkens een debutant aan bod zal komen. Het eerste Liegend Konijn beantwoordt dus alvast aan de verwachtingen en we twijfelen er geen seconde aan dat de volgende nummers hetzelfde niveau zullen halen.” (theARTserver, april 2003)

2003-2

  • “Van Het Liegend Konijn verschenen intussen twee afleveringen. In het woord vooraf in nummer één – het enige proza in beide afleveringen – heeft Deleu weinig pretenties, en die maakt hij allemaal waar.” (De Standaard, 20 november 2003)
  • “Opnieuw zijn tien dichters beroofd van hun laatste woorden. In het tweede nummer van Jozef Deleu’s poëzietijdschrift Het Liegend Konijn staan bekende poëten en één debutant, De Morgen-journalist Filip Rogiers.” (De Morgen, 19 november 2003)
  • “Het Liegend Konijn, geholpen door de heel mooie vormgeving, is een soort polyfone bundel die je nieuwsgierig maakt naar de diverse stemmen. Eén ding is duidelijk: Het Liegend Konijn is een uitstekend middel tegen myxomatose in de dichterskolonie, want voor bleke neusjes is hier geen plaats.” (Knack, 5 november 2003)
  • “Door de brede keuze aan dichters kan dan ook elke poëzieliefhebber zijn gading vinden in Het Liegend Konijn. En dat is maar weinig tijdschriften gegeven.” (Tijd Cultuur, 29 oktober 2003)
  • “Er is weer veel moois te lezen in het nu 103 bladzijden tellende hedendaagse poëzietijdschrift. Gerrit Komrij wil ik er uitlichten. Zijn gedichten vallen op door hun melancholieke tederheid. Een bijna onherkenbare stijl, zonder het gebruikelijke cynisme, die ik erg waardeer. Zoals in de tweede strofe van het gedicht Solo:

    “Ik roep een zin. Het klinkt te schraal
    in het omringende gewelf –
    ik ben geen schim of filiaal –
    ik ben vandaag alleen me zelf.”

    Het lijkt me dat hij daarin precies beschrijft wat de redacteur van Het Liegend Konijn beoogt: dat elke dichter in en buiten het nest zo veel mogelijk zichzelf is.” (Meander, nummer 224, 12 oktober 2003)

  • “Wat mij zo inneemt voor Het Liegend Konijn is niet alleen de inhoud maar tevens de opmaak. Door een doorgedreven grafische verzorging wordt elke dichter gepresenteerd in een zondagspak. Iets dat jammer genoeg geruisloos uit onze beschaving is verdwenen. […] Elk boek heeft zijn recht van bestaan, maar slechts de top een reden. Het Liegend Konijn behoort tot de top. Een absolute must voor wie af en toe eens zin heeft naar een vergezicht van op de bergspits.” (Tijd Cultuur, 8 oktober 2003)