Inhoud 2005

2005-1

3e jaargang – nummer 1 – april 2005 – 77 nieuwe gedichten van 10 dichters

PIETER BOSKMA
Gouden wissel
Anti-repliek
Smaakval
Insomnia
Het vinden van bloemen
Feilloos het vers
Herfstige vrede
Nieuwe visser
Rijke jaren
Keerdichte napreek

PAUL DEMETS
Retouches
Fitness
Zonnehemel
Bio
Dresscode
Snit
Bodymass
Wellness

CHRISTINE D’HAEN
Out of key 1.2.3.4.
Femmes mortes 3

HUBERT VAN HERREWEGHEN
Mandorla
Dauw
Smidse
Doka
Zang
Kaars
Mandorla
Lente op het eiland
Dwang
Horenslak
Toestand

HESTER KNIBBE
Hier om te beginnen…
Kijk, het kind probeert…
Het kind heeft een plaats…
Je jas heeft de kleur…
Kon je gaan waar je wou…
Er slingert veel toen in een dag…
Zwart is de deur…
De eik die je hoedt…
Zoek je een smoes…
Ze hebben de wegen verlegd…

FRANS KUIPERS
Niets zwerft zo helder…
Over een onafzienbaar rijk…
Aan het eind van hun latijn…
Happend in de appel…

WILLEM JAN OTTEN
Tot de lezer dezes
Hoe wist jij
Veeg de hemel leeg
Stratenmaker
Lichtend de nacht als de dag 1, 2, 3, 4, 5

MAJA PANAJOTOVA
Klaaglied om Adinda
Portret
Zandloper van sneeuw
Ziel
Aan Stefan

ALFRED SCHAFFER
En wat wil het toeval?
Alle zinnen op een rij
Ik mis je, ik mis je niet
De exacte plaats is niet bekend
Het feest kan beginnen
Ik ben hier, je hoeft niet meer te zoeken

TOON TELLEGEN
Mijn tijd
Afstand
Spijt 1, 2
De toestand
De noorderzon
Liefde overwint alles
Alles
Liefde en dood
Je moet
Mijn broer

2005-2

3e jaargang – nummer 2 – oktober 2005 – 143 nieuwe gedichten van 57 dichters – themanummer: ‘HIERNAMAALS’

Jozef Deleu
Bij het themanummer.
Dichters zijn altijd bezig met eindigheid, ook als zij er met zoveel woorden over zwijgen. Via taal zoeken zij meer inzicht in dat mysterie en meer uitzicht op het onuitspreekbare ervan. Poëzie is zoals alle kunst, drager van onvoldaanheid en onvermogen. Ook poëzie die speels en dwars omspringt met de taal of tegen het leven ingaat.
K. Michel verwoordt met een lichte toets wrevel:

“zolang ik er niet geweest ben
voel ik me niet geroepen
over het hiernamaals
iets substantieels te beweren
dat is een twee is dat
alles in de ruimte een achterzijde
heeft in de tijd alles een erna”

Onze houding tegenover eindigheid en wat er eventueel op zou kunnen volgen, wordt bepaald door de tijd waarin wij leven en door de religie waarmee wij al of niet zijn opgegroeid of in aanraking zijn gekomen. Ook persoonlijke ervaringen, sensibiliteit voor het onbekende en behoefte aan zingeving spelen een rol.
“Laat het lot ons voorbereid aantreffen,klaar om te gaan”, schreef Seneca aan Lucilius. Dat is een lucide aanbeveling. Wij worden ongevraagd geboren en blijven ons een leven lang verwonderen en vragen stellen over het bestaan. Dan komt het einde. En misschien een erna.
Zevenenvijftig dichters met zeer uiteenlopende poëtica’s hebben aan dit themanummer meegewerkt. Verschillende visies op ‘HIERNAMAALS’ komen in deze staalkaart aan bod. Aan de kwaliteit van de poëzie zijn ze echter allemaal ondergeschikt. – Jozef Deleu, hoofdredacteur.

Jan Baeke (1956)
SCENEWISSELING
NAAR BENEDEN VALLEN TOT JE BOVEN BENT
LEEDWEZEN
AFHANDELING

H.H.ter Balkt (1938)
PSALM EN ICOON
DE WAN

Benno Barnard (1954)
SULAMIET

Lut de Block (1952)
NIETS IS BESTENDIG

Mark Boog (1970)
MOGELIJKE INRICHTINGEN VAN HET HIERNAMAALS I, II, III, IV, V

Pieter Boskma (1956)
MENSENHAND

Anneke Brassinga (1948)
DE GOEDE AFLOOP

Geert Buelens (1971)
ACHTERNA
AAN HET RAAM VAN VAN DYKE PARKS

Paul Claes (1943)
DE VREEMDELING

T.van Deel (1945)
DE GEBROKEN SCHAAL
DE FAYOEM PORTRETTEN
DORPSMUSEUM STELLENBOSCH

Jozef Deleu (1937)
HIERNAMAALS 1. 2. 3. 4. 5

Paul Demets (1966)
DOKA
REPRO

Bernard Dewulf (1960)
THUISLAND
NICOLAS DE STAËL 1. 2

Christine D’Haen (1923)
MARIA,LUCIA,BEATRICE
DE BEKER VAN DJAMSJIED

Serge van Duijnhoven (1970)
HET HIERNAMAALS
VERBETEN DE CREDO’S
NU HET OOG STEEDS VERTROUWDER
PARAGONIET
TUSSEN ALLES EN NIETS
KLIPDRIFT

Anna Enquist (1945)
BOORDEVOL
HIER

Piet Gerbrandy (1958)
DEK
HANG
DEEL
VAAR
RIJS

Eva Gerlach (1948)
PAD TUSSENBEIDE 1. 2. 3. 4. 5

Ruben van Gogh (1967)
NABESTAAN

Luuk Gruwez (1953)
HOE KRIJG JE EEN HIERNAMAALS VOL? I. II
EXTRA TIME

Hubert van Herreweghen (1920)
HET HUIS ACHTER HAMEIEN

Stefan Hertmans (1951)
EEN MIDDAGKOPJE…

Ingmar Heytze (1970)
WIRED FOR LIVE
WIRED FOR GOD
WIRED FOR FEAR
WIRED FOR WARMTH
WIRED FOR BREATH

Peter Holvoet-Hanssen (1960)
GOD IS EEN SPOOK

Roland Jooris (1936)
LATER
LUWTE

Hester Knibbe (1946)
SLAAPTOON 1. 2

Gerrit Komrij (1944)
SCHERTS

Rutger Kopland (1934)
AAN HET GRENSLAND I. II. III

Anton Korteweg (1944)
NIET ZEUREN,KORTEWEG!
WEES NIET BANG
VERKLEURENDE STUKJES WITLOF

Gerrit Kouwenaar (1923)
EEN OCHTEND

Frans Kuipers (1942)
DINGENDODEZEE 1.2.3.4.5.6.7

Ed Leeflang (1929)
WAAR HET HIERNA IS
HUIS
GEURLOOS
GAANDEWEG
PLEK
HAAR VROLIJKE STEM

Joke van Leeuwen (1952)
BLIJVEN
NAMAALS
HEMELTJE LIEF

Peter van Lier (1960)
ENKELE NAMEN GEDACHT
1 KLAAS
2 BEPPIE
3 FRED
4 ARIE

Gwij Mandelinck (1937)
POST FACTUM
EUFORIE

Erik Menkveld (1959)
BOVEN ZICH

Bart Meuleman (1965)
NU WE ALLEBEI DOOD ZIJN…

K.Michel (1958)
DAAAG

Erwin Mortier (1965)
DIES IRAE
GEBED

Maja Panajotova (1951)
DE KATUIL
HET SPIEGELBEELD VAN HET HIERNAMAALS

Hagar Peeters (1972)
HIERNAMAALS 1. 2. 3. 4

Koen Peeters (1959)
ALS HIJ ONGEVEER IN ONGEVEER NIETS GELOOFT
IS IEDEREEN BINNEN KUN JE BEGINNEN

Martin Reints (1950)
HIERNA

David Van Reybrouck (1971)
ZINK 1.2

Filip Rogiers (1966)
NAGENOEG 1.2.3.4

Alfred Schaffer (1973)
WAAR IS IEDEREEN GEBLEVEN?

Victor Schiferli (1967)
LAATSTE RIT

Erik Spinoy (1960)
ECCE HOMO

Toon Tellegen (1941)
MIJN VADER…

Miriam Van hee (1952)
BUITENLAND 1. 2. 3. 4. 5. 6

Peter Vermeersch (1972)
DE OVERTOCHT 1. 2
DE OMGEKEERDE WERELD

Marjoleine de Vos (1957)
BRIEF

Leo Vroman (1915)
EEN PSALM VOOR ONS VERDRINKEN

Henk van der Waal (1960)
ZWEEFLING
DUIZENDBLADERIG

Johan Wambacq (1950)
KOELE HANDEN 1. 2. 3
ER ZIJN GEEN ELYZEESE VELDEN

Nachoem M.Wijnberg (1961)
HEEN EN WEER
ALS ZIJ NIET OUDER MEER WORDEN

Ad Zuiderent (1944)
HIERNAMAALS-VARIATIES 0. 1. 2. 3. 4. 5